Zondagmiddag j.l. maakte een niet al te grote groep belangstellenden zich op voor de vertoning van de Opera  Dido and Aeneas van Henry Purcell, waarvan de eerste opvoering waarschijnlijk heeft plaatsgevonden in 1688.

De organisatrices hadden ons een half uurtje inlooptijd gegeven waarin we werden voorzien van thee en appelgemak, eventueel aangepast aan individuele behoeften.

Nadat Hendrikje ons nog en inleidende toelichting had voorgelezen leek zelfs in de torenkamer de vaak aan een voorstelling voorafgaande stilte in te treden in afwachting van wat er gebeuren gaat.

Hoewel in Wikipedia viel te lezen dat het om een soort mini-opera zou gaan van  ongeveer 50 minuten, hadden Mary en Hendrikje ons uitgenodigd voor een opera van ongeveer anderhalf uur. Het verschil in de lengte leek al snel vooral te verklaren uit het feit dat de regie de voorstelling had opgevuld met ballet.

In de uitvoering zonder al teveel opsmuk waren de aanwezigen toeschouwers bij de ontwikkeling van een liefdesdrama dat eindigde in een sterfscène, want het was tenslotte opera en geen operette. Volgens de echte kenners is de sterfscène uit deze opera van Purcell dan weer wel de indrukwekkendste die ooit geschreven en gespeeld is!      

Het leuke van zo’n Opera Thuis is dan dat niet iedereen na afloop naar de garderobe rent om als eerste de jassen te bemachtigen, maar nog een tijdje gezellig in de kring gaat zitten (helaas weer met 1,5 meter afstand) en het gebodene nog eens gezellig gaat zitten napraten. Daarbij door de gastvrouwen van een drankje – voor eigen rekening – en een hapje te zijn voorzien.

En dan blijkt in zo’n nazit al snel dat de ene heeft genoten van het ene en een andere van het andere, sommigen weer van het geheel en een enkeling laat zelfs een kritische noot horen.

Maar hoe dan ook, kijken de aanwezigen ongetwijfeld al weer uit naar de volgende uitnodiging voor de Opera thuis. Daarbij hopend dat dan (nog) wat meer torenbewoners de gang naar de best geventileerde ruimte in het gebouw weten te  maken!

 

Piet